F. fulgens


foto : H. Hoefakker.
bron: Gelderse Fuchsia Info.
bron: Gelderse Fuchsia Info.

Ontdekker: De Candolle 1828 CH
Vindplaats: Mexico, op de hellingen van de Sierra Madre.
Bloeiseizoen: Juni-Oktober in de regentijd.
Hoogte: 1450-2300m.
Sectie: Ellobium
Bloembuis: fel rozerood, lang 50-60mm.
Kelkbladen: fel rozerood, top groen.
Kroonbladen: oranjerood.
Helmdraad: roze
Helmknop: geel.
Stuifmeel: crème.
Stijl: witroze.
Stempel: groen en knotsvormig.
Bloei: rijke tros.
Bloeitijd Nederland: normaal.
Knop: triphylla vorm
Bes: donkerrood, komkommerachtig en saprijk.
Blad: hartvormig, soms ovaal en licht behaard met een spitse top, kleur lichtgroen tot middelgroen. Jong blad is rood.
Groeiwijze: opgaand.
Verzorging: gemakkelijke plant die ook wat zon kan verdragen, potkluit tussen de gietbeurten laten opdrogen om te voorkomen dat de knollen verrotten. Overwinteren in een vorstvrije ruimte.

Bijzonderheden:

grote, omvangrijke struiken met wortelstokken. Bron gegevens: Botanische Fuchsia's, Mia Goedman-Frankema.

Synoniem namen:

F. fulgens pumila ( Carrière 1881 ), F. racemosa ( Sesse en Mocino 1880)