F. triphylla


foto : C. Bakker.
bron : G. van Veen.

Ontdekker: C. Plumier 1689/1697
Vindplaats: Haïti en Dominicaanse Republiek.
Klimaat: onbeschutte hellingen, in vochtige bermen.
Hoogte: 500/1100-2000meter
Sectie: fuchsia
Bloembuis: oranjerood, urnvormig.
Kelkbladen: oranjerood.
Kroonbladen: oranjerood.
Helmdraad: rood.
Stuifmeel: aanwezig.
Stijl: rood.
Bloei: rijke tros
Bloeitijd Nederland: nazomer
Knop: triphyllavorm.
Bes: langwerpig.
Blad: ovaal, top spits, kleur bovenzijde lichtgroen en licht behaard
Groeiwijze: struik, dwerg.
Verzorging: struik voor in gefilterd licht.

Bijzonderheden:

zorg voor voldoende licht en onderwarmte in de winter en een hoge lucht vochtigheid. De species is moeilijk in cultuur. Bron plaat, Gelderse Fuchsia info-site.