. |
Gaasvliegen -
Chrysopidae - zijn fraaie insecten met goudglanzende ogen en ongevlekte groendoorzichtige
geaderde vleugels. Bij rust zijn deze over het achterlijf gevouwen. Ze zijn iets meer dan
1 cm lang en hebben lange, draadvormige tasters of antennes. Ze verspreiden bij gevaar een
onaangename, knoflookachtige geur die vogels en andere vijanden op afstand houdt. Alleen
spinnen storen er zich niet aan en we treffen dan ook wel eens de overblijfselen van
gaasvliegen in een spinneweb aan. |
|
|
|
Gaasvliegen
zijn heel nuttige insecten. De larven ervan voeden zich met bladluizen en hebben daarbij
een formidabele eetlust. De uitgezogen mummies plakken ze op hun rug om minder op te
vallen. Alleen als zo'n hoopje zich beweegt, herkent men het. Ze verpoppen in een
bolvormige cocon die we vooral aan de onderkant van eikebladeren kunnen vinden. |
|
|
Het wijfje scheidt een
stof af, die aan de lucht snel hard wordt. Ze plaatst eerst haar abdomen op het blad en
heft het dan langzaam omhoog onder afscheiding van die stof. Zo ontstaat een dun zuiltje
en op de top wordt dan een ei afgezet (zie afbeelding hiernaast). De afzonderlijke op
lange steeltjes gelegde eitjes wijzen erop, dat de larven van de gaasvlieg die ook niet
versmaden. |
|
|
Bescherm deze
insecten. Ze verlossen u van vele ongewenste gasten op uw fuchsia's. Leer ze herkennen.
Wanneer u een stilzittende gaasvlieg ziet, neem haar voorzichtig bij de gevouwen vleugels
tussen duim en wijsvinger. Ruik even aan het diertje en er is geen twijfel mogelijk. Laat
hem daarna gauw vrij om zijn nuttige taak voort te zetten. |
|
|