|
|
. |
|
. |
Van de bijna 600 soorten bladluizen die ons land bevolken, is de meest
voorkomende en meest beruchte de groene perzikluis Myzus persicae.
Hij is berucht, omdat hij verschillende virusziekten over land-
en tuinbowgewassen verspreidt. Ook op de fuchsia's komt deze
bladluis, naast een andere bekende soort, de zwarte boneluis, nogal
eens voor. Fuchsia's zijn voor deze luizen één van de
zomerwaardplanten. De traagbewegende bladluis is amper 2 mm groot en
er zijn zowel gevleugelde als ongevleugelde generaties. De luis
heeft een telescopische zuigsnuit, waardoor twee kanalen lopen. Door
het ene kanaal pompt hij giftig speeksel dat vol zit met enzymen, om
de plantecellen van elkaar los te maken. Zo komt hij met de
zuigsnuit in het blad om met het andere kanaal aan zijn zuigmaaltijd
vol suikerhoudende bouwstoffen te beginnen. |
De soort overwintert op
winterwaardplanten en die zijn voor een groene perzikluis een perzikboom
of een Amerikaanse vogelkers. Een zwarte boneluis bivakkeert als een
ei op een Euonymus europea of een Viburnum. |
In het vroege voorjaar
komen op de winterwaardplant de larven uit de eitjes en dat zijn
alleen maar de toekomstige wijfjes. Op de winterwaardplanten is hun
aanwezigheid onder meer op te merken aan de bladrol die ze in de
struiken veroorzaken. Als er tegen het eind van het voorjaar een
milieubenauwenis op de planten ontstaat, krijgen de ongevleugelde
bladluizen op wonderbaarlijke wijze vleugels. De vleugels gebuiken
ze om al zwevend van struik naar struik, uiteindelijk op hun voorkeurs-zomerwaardplant te landen. op die planten geschiedt de
voortplanting en dat gebeurt zonder bevruchting. Meestal leggen de
luizen geen eitjes, maar komen de larven levend ter wereld. Een
bladluis kan 50 tot 100 kleintjes produceren die bij een temperatuur
van 22 °C al in een week volwassen zijn. Deze gaan onmiddelijk door
met het 'stekken' van nieuwe luisjes in hun lichaam. |
Aan het
begin van de herfst krijgen de jonge luizen weer vleugels en daarmee
zweven ze naar de winterwaardplanten. De laatste bladluizen op de
zomerwaardplanten zetten gevleugelde mannetjes op de wereld en die
zweven de gevleugelde vrouwtjes achterna. Ze zorgen voor bevruchting
van de wijfjes en deze wijfjes zorgen er weer voor dat de
levenscyclus van bladluizen opnieuw kan beginnen. |
Aan het
begin van de herfst krijgen de jonge luizen weer vleugels en daarmee
zweven ze naar de winterwaardplanten. De laatste bladluizen op de
zomerwaardplanten zetten gevleugelde mannetjes op de wereld en die
zweven de gevleugelde vrouwtjes achterna. Ze zorgen voor bevruchting
van de wijfjes en deze wijfjes zorgen er weer voor dat de
levenscyclus van bladluizen opnieuw kan beginnen. |
De larven zien er, evenals de volwassen bladluizen, groen uit maar
zijn wat kleiner. |
Doorgaans zitten de luizen aan de onderzijde van het blad of op de
jonge scheuten. |
Het sapzuigen en het met
giftig speeksel inspuiten doet het blad verkleuren en verwelken. Het
zuigen aan de jonge scheuten veroorzaakt groeiremming. Daarnaast
scheiden ze vloeibare uitwerpselen met suiker uit, waardoor de
onderliggende bladeren met een kleverig laagje honingdauw bedekt
worden. Evenals bij de wittevliegen kan hierop de roetdauwschimmel
gaan groeien en de uitwerking op het blad is een ontregelde
assimilatie en kaal wordende fuchsia's. |
Planten die in de kas of in de kamer op de tocht staan, kunnen
gemakkelijker door luizen als landingsplaats uitgezocht worden. Veel
soorten bladluizen lijken een voorkeur voor geelgroen blad te
hebben. Als de bladluizen niet een aantal natuurlijke belagers
zouden hebben, zouden zij door hun snelle vermeerderen, nauwelijks
voldoende voedsel kunnen vinden. We moeten dan ook erg voorzichtig
zijn om met alle gifbespuitingen niet de lieveheersbeestjes en
gaasvliegen kwijt te raken. Deze beestjes en hun larven kunnen
enorme hoeveelheden bladluizen verorberen, |
Een aanwijzing dat er
bladluizen in uw fuchsia's zitten, geven vaak de horden mieren die
langs stam en takken lopen. De mieren komen op de uitgescheiden
suiker af en weten de bladluizen aan te zetten tot nog meer
plantensappen opzuigen. |
Een
maatregel om een bladluizenplaag te beteugelen, is het uitknijpen
van de stengeltoppen met daarop beginnende kolonies bladluizen.. |
Andere maatregelen zijn
de planten afspuiten met een krachtige waterstraal. Van een
bespuiting met warm water boven 45 °C gaan ze dood. |
Met
het gewasbeschermingsmiddel Admire hebben de leden van
de NKvF goede ervaring opgedaan in de bestrijding van
bladluizen. |
|