. |
. |
Een
minder bekende en minder vaak voorkomende plantenziekte in fuchsia's is die door de
aantasting van de wortelluis. Er zijn vele soorten wortelluizen, maar de aantasting wordt
vrijwel altijd veroozaakt door de varieteit met de naam Pemphicus bursarius. De wortelluis
overwintert als ei in de schors - en bastspleten van de populier en deze komen in de
tweede helft van april uit.. De jonge luizen prikken een bladsteel aan en vreten zich naar
binnen, waardoor een groeiende knobbel - een gal - ontstaat. Hierin groeit de luis uit tot
ongevleugelde stam-moeder. |
Haar
nakomelingen zijn wél gevleugeld en verlaten vanaf juni tot in augustus de gal en vliegen
naar de zomerwaardplanten in de omgeving. Daaruit zuigen ze hun voedsel en zetten hun
eieren af op de grond onder de waardplant of op de potkluit. Uit deze eieren komen
ongevleugelde jongen zie zich naar de wortels begeven. In het najaar ontstaan gevleugelde
exemplaren, die weer naar de populieren vliegen, waar ze hun wintereieren afzetten in de
schors- een bastspleten. Temperatuur-afhankelijk komen die in het tweede deel van april
uit en zo is de cyclus voltooid. |
De
wortelluis heeft een onvolledige gedaanteverwisseling (ei, larve, volwassen insect of
imago). Ten opzichte van een insect met een volledige gedaanteverwisseling wordt dus het
pop-stadium overgeslagen. De larve ziet er dan uit als volwassen dier. De cyclus verloopt
sneller naarmate de temperatuur hoger is. De infectie-druk is in warme zomers dan ook
groter dan in koelere. |
Waardplanten
voor de wortelluis zijn diverse groente-gewassen (sla, andijvie, witlof), maar ook
onkruiden (melkdistel, akkerkool) of fruitbomen (appel, peer en bessen). Bij de
bloemgewassen fungeren onder andere de chrysant en de fuchsia als zodanig. |
|
Schade |
De
ongevleugelde jongen uit de op de grond of potkluit afgezette eieren begeven zich in het
larvenstadium naar de wortels. Zij voeden zich met sap wat ze uit de wortels zuigen.
Daardoor ontstaat pleksgeijze groeiremming. Bij ernstige aantasting en warm weer (veel
verdamping) kunnen planten gaan kwijnen. |
. |
Preventieve bestrijding |
Het
beste is dat men vitale planten kweekt door ze steeds voldoende vochtig en het
voedingsniveau op peil te houden, waardoor een sterk en omvangrijk wortelgestel wordt
ontwikkeld. Daarnaast de planten regelmatig schouwen op qaanwezigheid van insecten en
zonodig bestrijding uitvoeren. Bij twijfel omtrent wortelluis, een verdachte plant uit de
pot nemen en controleren op blauw-witte wollige schimmelplekken tussen de wortels en aan
de randen van de potkluit en potwand. Daarin zijn bleekgroene enkele millimeters lange
wortelluizen aanwezig. ook kunt u vanaf begin juni de populieren in de gaten houden. Bij
het openkomen van de gallen vliegen de luizen uit en valt er een witte afscheiding uit
deze bomen. |
. |
Curatieve bestrijding |
Een
effectief bestrijdingsmiddel tegen wortelluis blijkt Basudine te zijn. Daarin zit als
werkzame stof diazinon 20%. Dit middel is matig giftig en behoort niet tot de
doodskopgroep. Daarentegen is het wel giftig voor bijen en vissen. Het heeft een
middellange nawerking van circa 3 weken. De dosering is 10cc op 10 liter water. De
potkluit van de planten er flink mee begieten en dat steeds na een half uur een paar maal
herhalen, zodat de potkluit goed doordrenkt wordt. Voorzover nodig na 2 weken herhalen,
aangezien de eieren niet worden gedood. Het middel blijkt ook bladluizen, spint en trips
op de plant te bestrijden. |
|