22.Zwakke
groeier krijgt sterkere groei door enting op sterke onderstam |
-
De
fuchsia is een plant, die zich over het algemeen gemakkelijk door afstekken laat
vermenigvuldigen. Toch zijn er varieteiten, die bij het vermeerderen op deze wijze,
problemen geven. Die hebben namelijk een langzame uitgroei, waardoor men alsmaar
moeilijkheden heeft om er een flinke plant van te krijgen. Of men kan er geen mooi
kroonboompje uit opkweken. Door allereerst een onderstam te nemen van een
fuchsia-varieteit met een betere wortelkluit, welke tevens een zwaarder takkengestel
heeft. Vervolgens op de stam een ent van zo'n zwakke varieteit
volgens de spleetent methode aan te brengen, zal de ent veel forser uitgroeien.
Er kan zo van de zwakke varieteit een laag- of hoogstam ontstaan, maar nu met een forser
uitgegroeide kroon en met een rijkere bloei. |
.. |
De
spleetent methode (afb.1) vraagt aanzienlijk
omslachtiger werk dan de methode van afstekken en verlangd ook zeer secuur werken. Dat zag
ik vroeger als schooljongen al in de boomkwekerij van mijn vader, waar ik mocht helpen bij
het enten. Aangezien er gewerkt werd met een zeer scherp mes en men gemakkelijk bij het
aansnijden kan uitschieten, was mijn aandeel bij het enten uit veiligheid beperkt tot het
aanbrengen van entwas rond de verbinding van de ent (boomkwekers noemen dat een griffel).
Ten opzichte van planten die volgens afstekken werden vermeerderd, was het
slagingspercentage van geënte planten dan ook vaak aanzienlijk kleiner. |
Een ander
(voorbereidend werkje) voor het enten, waar we toen behulpzaam mee waren, was het eten van
'krieken', een bepaalde (niet lekkere) kleine kers. Eind voorjaar werden enkele kistjes
met dit soort kersen besteld en van de familieleden werd dan verwacht dat die het
vruchtvlees in enkele dagen tijds er vanaf aten. De uitgespuugde pitten moesten worden
bewaard. Wellicht snapt u nu ook dat ik geen liefhebber meer ben van dergelijke kersen.
Die pitten gingen dan in grote bloempotten met droog zand en later werden ze gezaaid.
Hieruit groeiden de onderstammen, die voor het enten van diverse boomkwekerij gewassen
konden worden gebruikt. Maar in dit artikel gaat het over het enten van zwakke fuchsia
varieteiten op onderstammen van fuchsia's met een sterke groei. |
. |
1.Spleetent
methode - Voor een goede doorgroei van boomkwekerij gewassen als
Seringen is het gunstig als onderstam en ent (griffel) dezelfde doorsnede hebben. Het
cambium van onderstam en griffel sluiten dan maximaal op elkaar aan. |
|
|
|
. |
Zelf heb
ik nog nooit fuchsia's geënt en de informatie heb ik dan ook gehaald uit de
fuchsia-literatuur. Vooral de Zeelandse boomkweker - wijlen de heer J.C. van 't Westeinde
- had veel van zijn ervaringen met het enten van fuchsia's in tijdschriften en boeken op
schrift gesteld en veel van zijn gevolgde methode en ervaringen vindt u in dit artikel
terug. |
. |
Welke eisen moeten we stellen aan onderstammen die we
gebruiken om op te enten? |
. |
2.Spleetent methode fuchsia's -
Omdat de ent van een fuchsia meestal dunner is dan de onderstam ervoor zorgen dat een
gedeelte cambium onderling goed op elkaar aansluit (ent naar een zijkant van de onderstam
opschuiven). |
|
|
Zij moeten in staat
zijn de erop geënte, doorgaans zwakke groeiers, een betere, sterkere groei te geven. We
moeten dus uitgaan van sterke tot zeer sterke groeiers, stevig van opbouw, gemakkelijk en
vlot op te kweken, goed verdikkend, dat wil zeggen meegroeiend met de erop geënte soort.
Ook niet te zacht van bast zijn, dit voor eventuele beschadigingen. De stam moet ook vele
jaren mee kunnen gaan. |
. |
Voorbeelden van
geschikte variëteiten zijn bijvoorbeeld MonsieurThibaut, Corallina, Mrs.
Popple,Cardinal en F.lycioides; dat zijn robuuste groeiers die vlug
een stam vormen om op te kunnen enten en die stevig genoeg zijn om later zonder stok langs
de stam, overeind te blijven. De varieteit Dominyana is wel een robuuste groeier
en zeer geschikt voor het oefenen van enten plaatsen, maar de ent op deze stam
laat het in groei afweten. De varieteit Checkerboard is wel een
sterke groeier, maar blijkt door gevoeligheid voor botrytis minder geschikt. |
De gemiddelde lengte
van de stam, waarop geënt wordt, moet 1,00 à 1,10 m zijn. Is de stam lager, dan is deze
alleen te gebruiken als men van een zwakke varieteit, via spleetenten, daar toch een
sterkere plant met een betere groei van wil verkrijgen. Ongetwijfeld zal de groei van de
sterk groeiende stammen, die van de zwak groeiende soorten in gunstige zin beïnvloeden. |
|
|
Neemt
men voor een enting met Long Fellow een onderstam van 1,20 m, dan onstaat daarmee
één grote bloemzuil. Een geënte varieteit met opstaande bloemen (bijvoorbeeld Vobeglo
afb.3) toont zijn bloemen mooier als je er vanaf bovenzijde opkijkt en
daartoe een stamlengte van 0,60-0,90m kiezen. Een stamlengte van 0,90-1,00m is voor een
enting met de varieteiten Nellie Nuttall, Elfriede Ott en Pussycat
beter geschikt. |
De
invloed van de keuze in variëteit gekozen geschikte onderstam, blijkt van weinig invloed
te zijn op de uitgroei van de ent. |
. |
Welke varieteiten komen voor een enting in aanmerking? |
Dat zijn die
varieteiten, waar moeilijk een stam van is te vormen. De groeiperiode daarvan is zeer lang
en dan nog heeft men een dun, teer en zeer breekbaar stammetje. Voorbeelden van te enten
variëteiten zijn Auntie Jinks, Baby Chang, Cascade, Cecile,
Harry Gray, Nellie Nuttall, Postiljon, Pussycat, Vobeglo,
Elfriede Ott, Leverkusen, Trumpeter, Humbolt Hollyday,
Pop Whitlock, Vobeglo, Long Fellow, Westminster Chimes. Het is niet onwaarschijnlijk dat door
gebruik van stammen die in de winter bloeien, bijvoorbeeld First Succes, een
vroegere bloei kan worden verkregen. Of dat een van nature late bloeier, bijvoorbeeld Fanfare,
een latere bloei te zien kan geven. Dit zou een bredere, langere gebruiksperiode van
bloeiende fuchsia's tot resultaat kunnen hebben. Na het vergroeien van beide plantedelen
moeten deze tot één geheel zijn samengegroeid. Echter, beide behouden hun eigen
kenmerken, met dien verstande, dat de ent (de toekomstige kroon) beter zal uitgroeien, de
bladeren vaak wat groter worden en de bloeiwilligheid soms in intensiteit wat zal afnemen.
U hoeft niet te verwachten, dat u nu andere bloemen in de nieuwe kroon zult zien
uitgroeien. |
. |
3.Vobeglo - Een geënte varieteit met opstaande
bloemen (bijvoorbeeld Vobeglo) toont zijn bloemen mooier als je er vanaf de
bovenzijde op kan kijken en daartoe een stamlengte van 0,60-0,90m kiezen |
|
|
|
. |
Grapje via entmethode oculeren |
. |
4.Entmethode
'oculeren' - De afgenomen spruit (midden) van een te enten varieteit wordt in een
T-vormige snede geschoven en dan op zijn plaats vastgebonden met raffia. |
|
. |
|
Door op een onderstam
meerdere enten boven elkaar aan te brengen van fuchsiavarieteiten, die onderling
verschillen in kleur, (aangebracht volgens de entmethode oculatie afb.4) ontstaan
per 'etage' bloemen in een andere kleur. Dergelijke 'grapjes' heeft men al eens
kunnen aanschouwen op een Nationale fuchsiatentoonstelling van de NKvF in Zeist. Bij ons
eerste woonhuis stond een stamroos met 3 etages rozen in verschillende kleuren. Ja, dit
grapje was gemaakt door opa voor één van zijn kleinkinderen. Oculeren is in principe een
gespecialiseerde vorm van enten, die het meest op rozen worden toegepast. In
schoolvacanties heb ik op de kwekerij van mijn vader vele gemaakte oculaties met raffia
dichtgebonden. In de onderstam (meestal van een wilde roos) maakt men een T-vormige snede,
het oog van de ent (spruit) van een niet wilde roos wordt erin geschoven en dan
op zijn plaats vastgebonden met raffia. Het stompje bladsteel aan de spruit dient als
handvat voor inschuiven in de T-vormige snede. De bast naast de insnede wordt voor het
kunnen inschuiven van de spruit wat opgetild m.b.v. een oculeermes (afb.5). |
|
. |
Wat is de beste tijd om te enten? |
De beste resultaten
geven voorjaarsenten (maart/april) en die dan bij voorkeur uitvoeren als spleetenten.
Deze methode is het eenvoudigst en de enten vergroeien op deze wijze uitgevoerd, het beste
met de stam, waardoor de kans op afbreken het geringst is. Men kan van die cultivars,
welke moeilijk als stamboompje zijn op te trekken, in tijd van 1 jaar een stevige en mooie
bloeiende stamfuchsia hebben. Heeft men een keuze gemaakt van wat men wil enten, zet
daarvan in de winter één of meer planten afzonderlijk weg. Absoluut deze vrij van
botrytis houden, ze in het licht laten staan, niet insnoeien en zeer matig zijn met
begieten. Dan moeten daar wel goede enten op zitten met goede ogen, die kunnen
doorschieten. Gebruik nooit enthout van planten, welke uit de winterberging komen. Opkweken van goede geschikte stammen is
uiteraard belangrijk, maar het opkweken van planten met geschikt enthout is nog
belangrijker! Zorg dat u van die cultivars, welke u wilt enten, goed in groei zijnde,
stevige en goed belicht planten heeft. Entmateriaal moet stevig en stug, en mag ook
niet lang, slap en zacht zijn. |
. |
5.Oculeermes - Voor het afnemen van de spruiten van een griffel, voor maken T-snede en
voor losmaken/optillen van de bast rond de snede, zodat de spruit ingeschoven kan worden. |
|
|
|
De enten
moeten het liefst korte leden hebben en ze mogen niet langer zijn dan 8/10cm, korter mag
wel. De ent mag men ook toppen. Aan de enten horen ook geen bloemknopjes te zitten. Een
paar maanden voordat u gaat enten, de planten geen kunstmest of iets dergelijks geven. |
Er mag
niet te veel groei in de stammen zitten. Daartoe ze 8-14 dagen voor het enten verpotten,
daarmee wordt de groei ook iets afgeremd, al is het maar tijdelijk. Knip met een scherpe
snoeischaar de stam af op circa 5 cm boven de plaats waar men de ent denkt te willen
zetten. Snoei alle aanwezige takken terug tot 2-4 blaadjes. De plant weinig of geen water
geven. Snoei niet alle takken van de stam af. Behoud enkele zogenaamde saptrekkers, Acht
à tien dagen later kan men gaan enten. Maar eerst snijdt u de stam af met een scherp mes,
circa 2 cm onder de plaats waar u hem eerder heeft afgeknipt. |
De
onderstam wordt aan de bovenzijde met het scherpe (schone) mes verticaal in tweeën
gespleten. De lengte van de verticale snede is 3 à 4 cm (pas op dat de stam niet verder
splijt). De ent wordt aan de onderzijde aan twee zijden schuin bijgesneden. Met het mes de
inkeping iets uit elkaar drukken en de ent precies passend in de spleet schuiven. De
buitenste bast (cambium) van zowel onderstam als ent moeten (geheel of gedeeltelijk) op
elkaar aansluiten. Is de diameter van de ent kleiner dan die van de onderstam, plaats dan
de ent in de spleet met één der zijkanten gelijk aan de buitenzijde van de onderstam (afb.2).
Het geheel wordt samengebonden met raffia. |
. |
De enten afwerken |
De
omwikkelde delen en alle wondjes en openingen aan de ent en de stam, luchtdicht afdekken
met entwas. Ook de nu veel in Boskoop gebruikte dipwas blijkt goed te voldoen.
Deze heeft een veel lager smeltpunt, waardoor er minder kans is op verbranding. Na het
enten direct een helder plastic zakje maat 10x8 cm over de ent schuiven en dit onder de
ent aan de stam vastbinden. Daarna met een injectiespuitje circa 40 ml water van bovenaf
in het plastic zakje spuiten, na 2 dagen dit herhalen. Dit is om de snelle verdamping en
uitdroging van de ent tegen te gaan, Circa 6 dagen na het enten mag het plastic zakje
eraf. Laat men dit langer zitten dan is de kans dat de ent botrytis krijgt zeer groot. De
ent is dan verloren. Nadat het plastic hoesje eraf is, de ent 2x daags met een
bloemspuitje broezen. Zodra u ziet dat de ent aangroeit hiermede minderen en ophouden. Na
het enten mogen de planten niet te warm staan en vooral niet in de zon. Het kan zijn dat
de ent de eerste tijd wel zal gaan hangen. Als echter de ent uit eigener beweging na
verloop van tijd zich gaat oprichten, vindt de hergroei plaats. Incompatibiliteit (overenigbaarheid) signaleert men aan gele
bladverkleuring, slechte groei, afsterven van de toppen en uiteindelijk het gehele
afbreken van de ent. (zo'n combinatie stoppen) |
'Gelderse Fuchsia
Info-site'-
november
2008 |