Zo
ontstaat nachtvorst
Om schade door
nachtvorst te kunnen voorkomen moeten we eerst weten welke factoren van invloed zijn op
het ontstaan van nachtvorst.
Al wordt als regel
aangehouden dat er na de IJsheiligen (omstreeks 15 mei) geen nachtvorst meer voorkomt,
toch was er eind mei 1990 nog een zware nachtvorst, die na deze mildste winter van de eeuw
dan ook grote schade op het proefveld aanrichtte aan de jonge uitlopers.
Weerdeskundigen
gebruiken in plaats van de term 'nachtvorst' liever de term 'vorst aan de grond'. Dat doen
ze omdat de lucht vlak boven de grond het sterkst afkoelt. Hoger boven de grond is de
afkoeling minder sterk en op 1,50 m hoogte is er vaak helemaal geen sprake van vorst.
Slechts bij strenge nachtvorst daalt de temperatuur ook op 1,50 m hoogte tot onder het
nulpunt.
Op zonnige en
heldere dagen verwarmt de zon de bodem. 's-Nachts is het kouder en ontsnapt deze warmte
weer uit de grond, wat 'uitstraling' wordt genoemd. Naarmate de bodem warmer is en de
lucht helderder, is de uitstraling groter.
Vanuit
diepere grondlagen stroomt warme lucht naar het grondoppervlak om de uitstraling te
compenseren (zie bovenstaande afbeelding). Daardoor zal de grond zelf niet snel beviezen.
De temperatuur van
de lucht vlak boven de grond daarentegen kan wel onder het vriespunt dalen. Dat komt
doordat de bovenste grondlaag warmte onttrekt aan de onderste luchtlaag. Deze afkoeling
wordt met name bij weinig wind niet gecompenseerd vanuit hogere luchtlagen. Daardoor
vriest het bij lichte nachtvorst alleen vlak boven de grond. Meestal slaat de vorst bij de
grond pas toe in de vroege morgenuren. De warmtevoorraad van de grond raakt dan uitgeput
en de straling wordt niet meer gecompenseerd.
Factoren die
nachtvorst kunnen doen ontstaan
|
- helder windstil
weer bevordert de kans op vorst bij de grond; |
- losse grond geleidt
heel slecht warmte; op veengrond treedt nachtvorst eerder op dan op kleigrond; |
- op droge grond komt
eerder vorst aan de grond voor dan op vochtige grond; |
- omdat koude lucht
naar het laagste punt zakt, zijn laag gelegen tuinen gevoeliger voor nachtvorst dan hoger
gelegen percelen. |
|
Maatregelen
ter voorkoming van schade door nachtvorst
* Wanneer nachtvorst
wordt voorspeld, kunt u over de nog lage uitlopers een luchtige bedekking uitspreiden,
hetgeen 'bewolking' nabootst. Verzwaar het geheel met een paar stenen. De bedekking kan
bestaan uit een ondoorzichtig vliesdoek, een gaaslap of noppenfolie (geen heldere
PVC-folie!). Ze beperkt de uitstraling waardoor de koude lucht vlak boven de grond langer
wordt opgewarmd. |
* U kunt ook proberen
te bewerkstelligen dat er meer warmte uit diepere lagen opstijgt. Dit doet u door de grond
nat te maken, waardoor ook de koude lucht vlak boven de grond langer en beter wordt
opgewarmd. Deze maatregel heeft de werkgroep een keer moeten toepassen bij de verwachte
strenge nachtvorst van 28 april 1991. De planten voor inzending naar de Floriade ' 92
stonden toen al buiten onder een tunnelkasje; de schade bleef beperkt doordat de dag
ervoor de grond in deze tunnelkas goed was natgemaakt.
Onbedekte grond
warmt overdag beter op, waardoor de nachtelijke afkoeling ook minder is. Bladbedekking kan
daarom beter pas in het laatste deel van april verwijderd worden. Bij het ontdoen van
onkruid in het nachtvorstseizoen dit wegrapen en niet wegschoffelen. Losse grond werkt
namelijk als isolator, waardoor de koude luchtlaag boven de grond niet wordt opgewarmd. |
* Een hobbelige
'grondslag' heeft een groot warmte-uitstralend oppervlak. Zo'n grondslag ontstaat door
losspitten of losschoffelen van de grond. Deze bewerkingen moet u in uw border met
winterharden beslist achterwege laten tot het moment waarop er geen nachtvorst meer wordt
verwacht. |
* Ook een maatregel - één die uw buren u
overigens niet in dank zullen afnemen - is het aanleggen van een smeulend, rokend vuurtje
bij nachtvorst. De rook die over de te beschermen planten strijkt, bootst kunstmatig
'bewolking' na en beperkt aldus de uitstraling. |
'Gelderse Fuchsia Info-site' - november
2008 |