18-IV. Uit de geschiedenis van de fuchsia's - Deel IV |
Go to Engish version
Afb.25 F.simplicicaulis - 'Curtis's Bot. Mag.', plaat 5096 |
|
F.simplicicaulis
R.& P. [Curtis's
Bot.Mag., plaat 5096 [afb.25], en Flore des Serres, plaat 1388,
[zie afb.26]
en
F.apetala R. & P.
werden uit
Peru ingevoerd. Laatstgenoemde gelijkt - wat uiterlijk betreft - op
F.serratifolia,
terwijl deze toch door zijn mooie grote bloemen zonder kroon en met
rozerode, groen getopte kelkslippen meer op zichzelf staat. In 1849 werd
F.apetala door Linden
nog voor 6 2/3 thaler per stuk verkocht. De cultivar
'Meillezi',
die van nog latere invoerdatum is, heeft ontzettend kleine, maar
talrijke schitterende purperen bloemen van niet meer dan 3 lijn
lengte. Onder de fuchsia's,
welke men behalve de reeds opgesomde, nog in de catalogi van bloemisten aantreft, zijn er
zeer vele, zoals 'Corallina'
Hort. Laur.,
F.longiflora Sweet,
F.virgata Sweet,
F.linearifolia
Hort.,F.parviflora
Lindl., en nog anderen, waarvan men volstrekt niet weet aan te geven of
het species dan wel cultivars (bastaarden) zijn. In 1853 kwamen in de catalogus van Linden
als nieuwe species nog voor:
F.cinnabarina
granadensis
en
F.verticilata.
|
|
Meer nog dan de echte species
van het geslacht 'fuchsia', waren het de daaruit verkregen cultivars,
die als sierplanten furore maakten. Juist toch door het zo uiteenlopend
uiterlijk en de verschillende bloei van deze species - men vergelijke in
dit opzicht bijvoorbeeld eens
F.microphylla
met
F.corymbiflora - was de aanleiding tot het uitbrengen van nieuwe
vormen als vanzelf gegeven. Die nieuwe vormen - bastaarden of cultivars - proberen we
hierna nog in tweeledig opzicht na te gaan, voor zover het namelijk de vorm en de kleur
van hun bloemen betreft. Het uiterlijke voorkomen, dat zo ontzettend uiteenloopt, kan
daarbij buiten beschouwing blijven; want het staat vast, dat elke fuchsia van middelmatige
gestalte en met een schrale of weinig sierlijke bladerdos door de kwekers geweerd wordt. |
.
Bij een nauwkeurig onderzoek van die bloemen bemerken wij, dat hun
kleur, niettegenstaande de vele verschillen in lengte, tamelijk standvastig blijft. Aan
een nu eens naar de ene, dan weer meer naar de andere tint van het rood overhellende
kelk, paren zich meestal blauwe bloembladen, terwijl beiden - op enkele uitzonderingen na
- donker te noemen zijn. Omtrent de bouw van de bloemen valt op te merken dat die,
tegelijk met hun kleur, in volmaaktheid is toegenomen. Zo zijn, onder invloed van de
algemene strekking van de mode, de crinoline-vormige [hoepelrokvormig Red.] bloemen voor
de dag gekomen, hoewel aan de andere kant niet te miskennen is, dat de juiste grenzen van
het sierlijke, bij elk nieuw voortbrengsel van de kweekkunst, niet altijd bewaard zijn
gebleven. |
Van een volmaakte
fuchsia verlangt men, dat de grote van haar kelk en haar kroon in een juiste verhouding
staat tot de lengte van haar meeldraden; dat de kelkslippen niet te smal, noch slecht
geplaatst en daarenboven achterover gebogen zijn, of althans zover van elkander verwijderd
zijn, dat de kroonbladen duidelijk onderscheiden kunnen worden. De kleur van de
kroonbladen moet in harmonie zijn met die van de kelk en toch niet te weinig daarbij
afsteken. Enkele malen is het ook wel voorgekomen, dat anders dan de normaal paarse
helmknoppen, deze een goudgele kleur hadden aangenomen, hetgeen tot de schoonheid van de
bloemen wezenlijk bijdroeg. Dat was in 1865 het geval met een cultivar van Boucharlat,
een kruising met
F.microphilla,
die goudgele meeldraden heeft.
De Engelsen zijn de eersten geweest, die door het
kweken van cultivars onder de fuchsia's, zich een rijke bron van inkomsten geopend hebben.
Na de invoer van
F.fulgens, F.splendens, F.cordifolia, F.serratifolia
enz., begonnen zij eerst de oude soorten met daaraan kleine bloemen ter zijde te schuiven
en de afstammelingen van de nieuwe tegen hoge prijzen op het vaste land te verkopen;
terwijl zij daarna door kruising fraaie cultivars wisten te verkrijgen, waarvoor weldra
evenveel geld besteed werd als vroeger voor een goede dahlia. |
Afb.26 F.simplicicaulis - 'Flore des Serres' , plaat 1388 |
|
|
Tot in 1837 had men het niet verder weten te brengen dan tot het
verkrijgen van enkele nieuwe vormen van
F. globosa en
F.conica; doch na de invoer van
F.fulgens
werd de kunstmatige bevruchting op ruime schaal ondernomen en zo'n species steeds weer met
andere van nog nieuwere aanvoer gekruist. Weldra echter begonnen de Franse kwekers het
voetspoor van de Engelsen te drukken, en ontstond er tussen beiden een wedstrijd, waaraan
vooral Salte te Versailles, Miellez, Nagel en
Warscewicz deelnamen.
|
De
eerste Engelse cultivars waren van
F.globosa
en F.fulgens
afkomstig en werden toentertijd op het vaste land te Hamburg, Flottbeck en Frankfurt voor
10½ shilling verkocht, niettegenstaande
F.coccinea
zelfs in het
begin van de 18e eeuw meer dan circa 1 gulden had kunnen opbrengen, en de echte species
ook tegenwoordig, met niet meer dan 10 ą 15 stuivers, en nieuwigheden met ten hoogste 2
gulden betaald werden. Evenwel, reeds in 1842, werden door Boeckmann
te Hamburg
12 van de nieuwste cultivars voor 9 Marken, en 25 andere cultivars volgens keuze van de
leveranciers voor totaal 7 Marken verkocht. De eerste Duitse cultivars werden bij
Boeckmann
verkregen door het bestuiven van
F.globosa,
en bij Warscewicz
door het bestuiven van F longiflora, F.reflexa, 'Harrisonii', 'Mutabilis',
F.virgata,'Fargetti'
en anderen, met het
stuifmeel van
F. fulgens. Warscewicz
maakte daarbij de opmerking, dat deze cultivars het uiterlijk van de vader, doch de
bladeren en bloemen van de moeder aannemen. |
Afb.27
'Prince Albert' - Bron van deze plaat onbekend. |
|
Afb.28
'Constellation' - 'Floricult Cab.', plaat 73 |
|
Onder de cultivars van Engelse oorsprong maakten vooral
'Chandler',
'Standishii',
'Fulgens dependens' en
'Fulgens Hartwegianus'
zeer veel opgang; hetzelfde was echter ook het geval
met
'Fintelmanni'
en
'Koopmanni'
van Boeckmann
en met
'Bertrami'
en
'Bergemanni'
van Warscewicz,
waarvan de eerste in 1841 uit
'Harrissonii'
en
F.fulgens
gewonnen
werd, en de laatste wat de vorm van haar bloemen betrof, een afspiegeling scheen van de
merkwaardige
F. integrifolia Lindl.. In 1842 werden door Smith in
Dalton ook zeer fraaie mestiezen
[*zie
verklaring begrip 'mestiezen' onderaan deze pagina} voortgebracht, die echter op haar beurt weer overtroffen
werd door
'Prince Albert', [zie
Afb.27 bron onbekend]
die door Brown uit
F.globosa
x F. fulgens was ontstaan. |
|
Aan deze cultivar werd door de Engelse kwekers de voorkeur gegeven boven
'St.Clare' van Menham, tuinman van kolonel
Harcourt
op St. Clare op het eiland Man, niettegenstaande Lindley deze als de schoonste
onder alle variėteiten van het geslacht fuchsia geroemd had. In 1843 werd voor
'Prince Albert' en
'St. Clare'
tussen de 6 en 7 gulden per stuk betaald. In 1844 en 1845 ging men
F.corymbiflora
gebruiken voor het verkrijgen van nieuwe varieteiten. Als
fraaiste variėteiten daarvan noemt men
'Constellation'
[ Floricult. Cab.,
plaat 73, zie Afb. 28] van de kweker Miller te Ramsgate,
'Coccinea Vera'
van Smith
en'Venus Victrix'
[ Floricult. Cab., plaat 169, zie
Afb.29].
|
Vanaf dit
tijdstip nam echter het voortbrengen van tussenvormen zodanig toe, dat de kweker De
Jonghe te Brussel, zich in 1846 nog in staat voelde uit een nog aanzienlijker aantal,
groepen van 50 van de fraaiste variėteiten te koop aan te bieden. Onder deze
vijftigtallen roemde hij als de schoonste
'Duchess of Sutherland',
in 1845 door Gaine gewonnen. |
Toen men verder ook
F.macrostemma
in de kruisingen had opgenomen, werd het veld in de keuze nog ruimer,
zoals blijken kan uit een opsomming van 150 variėteiten, door Bosse
in 1849 als
uitstekend aangeprezen.
De gebeurtenis,
die in de daarop volgende jaren de meeste beweging veroorzaakte, was de aankondiging van
de Engelse kweker Story, dat het hem gelukt was, fuchsia's met witte bloemkronen
te kweken. Wel stelde de schraalheid van de eerst verkregen exemplarenen van hun enigzins
armoedige bloei het publiek min of meer te leur, maar het vertrouwen dat hierin
verandering zou komen - wat dan ook later werkelijk plaats had - temperde die
teleurstelling in hoge mate. Slaan wij bij deze gelegenheid een blik op het ontstaan van
de bleekkleurige fuchsia's in het algemeen. |
Afb.29
'Venus Victrix' - 'Floricult Cab.', plaat 169 |
|
Afb.30
Linksboven:'Striata' - 'Florist', plaat 632 |
|
|
De eerste pogingen om bleekkleurige
fuchsia's te verkrijgen, beantwoordde in het
begin geenzins aan de verwachting. Wel onderscheidde zich de cultivar
'Chandleri'
in 1840 door bloemen van een perzikrode kleur, en zag men
'Adonis' van Broeckmann
in 1841 lichtrozerode kelkslippen dragen met
witte toppen, maar toch was het niet vóór 1843, dat de Engelsen, en in de eerste plaats Youell,
met fuchsia's voor den dag kwamen, die een geheel witte kelk hadden, en waarbij het
contrast tussen deze en de blauwe kroon een verrassende uitwerking deed. De eerste fuchsia
met een witte kelk werd
'Venus
Victrix' [ Floricult. Cab.,
plaat 169, zie Afb.29] gedoopt en deze was afkomstig van
Youell. |
Nu
men het eenmaal zo ver gebracht had, begon men zich ook op variėteiten fuchsia's met
witte kronen toe te leggen. In het begin scheen die poging echter niet te zullen slagen,
daar men het niet verder dan tot vleeskleurige, lichtrode en lichtblauwe kronen brengen
kon ('Incarnata' van Smith,
'Scaramouche' van Meillez). Uiteindelijk na tien jaar toeven bewees in 1854 de
varieteit
'Mrs. Story'
dat men de zaak gewonnen had; en nu duurde
het ook niet lang of er werden, vooral in de kwekerij van Cornelissen analoge
variėteiten in vrij grote getalen voortgebracht. In 1856 deden de fuchsia's met
gestreepte kronen
'Gloire de
Russelsheim'
en
'Striata'
[Afb.
30] en iets later die met gestippelde
kelken hun intrede. De pogingen echter om fuchsia's met gele kelken of kronen te kweken
mislukten tot op heden geheel; want de
'Souvenir
de Leipzig' van Cornelissen
kan ten hoogste als een cultivar met vuil witte kleuren worden aangemerkt. |
Al
deze nieuwigheden van het vaste land werkten zeer ongunstig op de afzet van fuchsia's uit
Engeland, hoewel het niet is te ontkennen dat onder de minstens 100 variėteiten, die in
1858 en 1859, en de 60 variėteiten, die in 1860 en 1861 door Duitse en Franse kwekers in
de handel gebracht werden, toch de produkten van
Banks
- zoals bijvoorbeeld
'Souvenir de Chiswick' - de palm der overwinning behaalden. |
Omtrent de bouw van de fuchsia-bloemen valt op te merken, dat teruggeslagen kelken van
nature zelden en dan nog slechts bij kleinbloemige soorten worden aangetroffen. Een
voorbeeld daarvan is
F.lycioides.
Gewoonlijk zijn de kelkslippen min of meer uit elkander geweken, en
bereiken zij ten hoogste een horizontale stand. Vier bloembladen, van
nature rechtopstaande en min of meer spiraalsgewijze om elkander
gedraaid, sluiten zij in. De inspanning van bloemisten om wijder
geopende en meer klokvormig uitgespreide kronen en teruggeslagen kelken
te verkrijgen, is voor eerstgenoemden tussen de jaren 1840 en 1850,
en voor de laatsten tussen de jaren 1850 en 1860 met een gunstige uitslag bekroond. In
1860 werd door Twerdy - een Duitse kweker - zelfs een fuchsia variėteit
uitgebracht, waarvan de kelkslippen niet alleen naar buiten gekromd, maar die letterlijk
opgerold waren. Hij noemde deze
'Franz
Jozef I'. |
Het
jaar 1847 neemt in de geschiedenis van de fuchsia's een belangrijke plaats in. Tot dantoe
hadden namelijk de bloemen van mestiezen, uit zaad verkregen, nooit anders
uitgeblonken dan door hun grote of kleur; tot eindelijk de kweker
Bruneau uit
Parijs onder een zaaisel fuchsia's één exemplaar aantrof, waarbij de bloemdelen - 20 tot
24 in getal - op de wonderlijkste wijze dooreen waren geplaatst. Deze monsterachtige
bloemen nu openden het vooruitzicht, dat men weldra goed gevormde dubbele fuchsia's zou
verkrijgen, en die hoop werd dan ook in de eerste helft van het zesde decennium van de 19e
eeuw verwezenlijkt. |
(Wordt vervolgd in deel V) |
. |
* Verklaring begrippen 'bastaarden'' en 'mestiezen' |
Men noemt in de Botanie alle tussenvormen die uit een kruising van species
voortkomen 'bastaarden'; Kruisingen voortgekomen uit cultivars noemt men 'mestieven''. |
|
. |
|
'Gelderse Fuchsia Info-site'-
november 2008 |