Ned-H3 winterharde fuchsia's 1.De eigenschap 'winterhardheid' van fuchsia's |
In welke overlevingsvormen komen fuchsia-cultivars voor? | |||||
. |
|||||
A. Niet of onvoldoende winterhard Hiertoe behoren fuchsia's die uitgeplant in de border tijdens een vorstperiode geheel bevriezen en die alleen in een vorstvrije ruimte (verwarmde kas, kuil etc.) overgehouden kunnen worden. De meeste fuchsia cultivars behoren tot deze hoofdgroep. B. Gedeeltelijk winterhard (subgroepen 'bladverliezend' en' bovengronds afstervend') Winterharde fuchsia's behoren tot de tweede subgroep. De zachte bladeren en de kruidachtige takken die weinig verhout zijn, sterven af door bevriezing. In het voorjaar loopt een 'bovengronds afstervende' vanuit het wortelgestel wederom uit. |
|
Een dergelijke plantensoort beschikt over het mechanisme om tijdens een vorstperiode de levende cellen van het ondergrondse gedeelte zo lang mogelijk intact te houden. Dit mechanisme voorkomt ijsvorming in de levende plantencellen. | |||||||
. | |||||||
Waarop berust dit mechanisme? | |||||||
Dit mechanisme berust op vriespuntverlaging in de levende plantencellen.
De temperatuur, waarbij bevriezing optreedt, is lager naarmate er een hoger percentage
anti-vriesstoffen in het water zijn opgelost; die anti-vriesstoffen zijn suikers en
eiwitten/zouten. Water met deze stoffen erin bevriest niet of minder snel dan zuiver
water. Hoe hoger de concentratie van deze stoffen in het celvocht, des te kleiner is de
kans dat het celvocht bevriest. Winterharde fuchsia's hebben aangepaste plantencellen om de concentraties aan suikers en zouten in de cel zo hoog mogelijk te houden. Daardoor worden er geen ijskristallen in de cel gevormd. Die aanpassing bestaat uit een doorlatend celmembraan rondom de levende cellen (zie 'Plantencellen van koudegevoelige en winterharde planten') Tijdens vorst laat dit membraan alleen het zuivere water uit het celvocht door, dat zo tussen de cellen terechtkomt en daar bevriest. In de levende cellen blijft dus een geconcentreerd anti-vriesmengsel van suikers en zouten over, en dat bevriest niet tijdens vorst. Bij niet-winterharde fuchsia's bevriest het celvocht doordat het een te laag percentage anti-vriesmengsel bevat. Zoals een bevroren regenton door uitzetting bij het ontdooien uiteen wordt gedrukt, scheuren ook bevroren levende cellen uit elkaar. De plant wordt hierdoor meestal onherstelbaar beschadigd. Ook het bevroren zuivere water tussen de cellen van winterharde fuchsia's veroorzaakt uiteraard uitzetting bij ontdooien. Door dit proces ontstaat echter alleen wat vervorming (indrukken) van de levende cellen, wat geen schade aan de plant veroorzaakt. |
|||||||
Zijn winterharde fuchsia's qua achterblijvend 'anti-vries' in de cellen in te delen in winterhardheids-klassen? | |||||||
In Engeland worden ze volgens 'The Hardy Fuchsia guide' van de auteur David Clark ingedeeld in vijf klassen waarbij de maatstaf
gaat van 1 tot 5 sneeuwvlokken. De lijst van winterharde fuchsia's , die beproefd zijn in Frankrijk, is ingedeeld binnen 4 groepen naar een bepaalde vorstbegrenzing in C° en beschermingswijze [zie Fuchsiana febr. ' 97 pag.20 - 24], die als volgt zijn omschreven:
De UTC-werkgroep 'Beproeving fuchsia's op winterhardheid' heeft de indruk dat fuchsia's wat betreft de concentratie achterblijvend anti-vries niet zijn in te delen qua winterhardheid in bestandheid naar het doorstaan van een bepaald maximum aantal graden vorst. |
|||||||
Waaraan ontlenen winterharde cultivars hun winterhardheid en waarom is van veel winterharden de kleurstelling van de bloemen rood-paars? | |||||||
Ze
ontlenen hun winterhardheid aan overerving eigenschappen van bepaalde botanische fuchsia's
(species), die beschikken over een aangepast mechanisme qua vorstbestendigheid. Van de uitgevoerde primaire kruisingen met botanische fuchsia's, waaruit vanaf circa 1820 nieuwe cultivars zijn ontstaan, is nagenoeg niet bekend welke planten de kruisingsouders zijn geweest. Het is niet zo verwonderlijk dat nu juist deze eerste cultivars winterharde eigenschappen hebben en dat bovendien de kleurstelling van de bloem rood-paars is. Er zijn namelijk bij die eerste primaire kruisingen species gebruikt die van nature aangepast zijn om op hun natuurlijke standplaatsen hoog in de bergen met name zware nachtvorsten te doorstaan. In een van de eerste Franse fuchsiaboeken staat vermeld dat tot 1830 de kwekers van fuchsiacultivars zich richtten op kruisingen met als ouders onder andere de species F.coccinea en F.gracilis (magellanica-achtigen). Andere toen gebruikte winterharde species zijn de verschillende variëteiten F.regia, F.globosa en F.procumbens. Met uitzondering van laatstgenoemde hebben deze species rood-paarse bloemen.
|
|
'Gelderse Fuchsia Info-site' - november 2008